Lystrosaurus

Lystrosaurus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Laat-Perm tot Vroeg-Trias
Lystrosaurus murrayi
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Onderklasse:Synapsida
Orde:Therapsida
Onderorde:Dicynodontia
Familie:Lystrosauridae
geslacht
Lystrosaurus
Cope, 1870
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Lystrosaurus[1][2][3][4] is een geslacht van uitgestorven Dicynodontia. Binnen deze onderorde was Lystrosaurus een van de succesvolste geslachten met een min of meer wereldwijde verspreiding in het Vroeg-Trias.

Uiterlijk en leefwijze

Lystrosaurus georgi
Dinosauria Museum (Praag)

Lystrosaurus was zeventig tot honderdtwintig centimeter lang en vijftig centimeter hoog. Lange tijd werd verondersteld dat dit dier net als het moderne nijlpaard zowel op het land als in het water leefde. Deze veronderstelling is echter inmiddels radicaal gewijzigd. Bij herevaluatie werd geconcludeerd dat Lystrosaurus weinig tot geen aanpassingen voor een aquatische leefwijze had en tegenwoordig beschouwt men Lystrosaurus als een dier dat juist erg goed was aangepast aan droge omstandigheden[5][6]. Dit maakte ook dat Lystrosaurus wijdverspreid was in een wereld met uitgestrekte woestijnen. Lystrosaurus leefde waarschijnlijk in groepen. Onder meer op basis van de stevig gebouwde voorpoten wordt verondersteld dat Lystrosaurus goed aangepast was aan graven. Lystrosaurus leefde zelfs deels in holen, hoewel het dier geen echte holenbewoner was zoals de dicynodonten Cistecephalus, Robertia en Diictodon uit het Laat-Perm. Gefossiliseerde holen met een diameter tot vijfenveertig centimeter, waarvan enkele met een Lystrosaurus erin, zijn gevonden in Zuid-Afrika. Een dergelijke leefstijl is een goede aanpassing in extreme omgevingscondities zoals lange droogten.[7] De bouw van de schedel onderscheidt Lystrosaurus van de andere dicynodonten: de neusgaten en oogkassen bevinden zich hoog in de kop, de punt van schildpadachtige bek is naar beneden gericht en de kaken met daarin de naar beneden gerichte slagtanden zitten laag in de schedel. De kaken waren geschikt voor het eten van droge, stugge planten. Daarnaast werden vermoedelijk ook zaden en bladeren gegeten door Lystrosaurus, terwijl de hoektanden werden gebruikt voor het uitgraven van wortels en knollen. Analyse van de botstructuur wijst op snelle periostale osteogenese en snelle algehele groei bij Lystrosaurus.[8][9][10][11][12]

Vondsten

Verspreiding van Lystrosaurus (bruin) op het supercontinent Gondwana

Fossielen van Lystrosaurus zijn gevonden in Zuid-Afrika (Balfourformatie en Katbergformatie, Beaufortgroep, Karoo Beds),[13] Zambia (Madumabisa Mudstones),[14] India (Panchetformatie),[15][16] China (Guodikengformatie, Perm / Jiucaiyuanformatie, Trias), Mongolië (Dalin-Shandakhudukformatie),[17] Rusland (Vetlugagroep)[18] en Antarctica (Fremouw-formatie).[19] In Australië zijn in Queensland fragmentarische resten gevonden die mogelijk toebehoren aan Lystrosaurus. Daarnaast zijn ten zuiden van Sydney in Bellambi Colliery gefossiliseerde voetsporen gevonden die overeenkomen met die van Lystrosaurus in Zuid-Afrika. De voetsporen zijn beschreven als de ichnospecies Dicynodontipus bellambiensis. Het gaat om een dier van ongeveer vierentachtig centimeter lang en circa tweeëntwintig centimeter hoog.[20][21] Een onvolledige schedel daterend uit het Laat-Perm uit Luang Prabang in Laos werd aanvankelijk toegeschreven aan Lystrosaurus, maar bij herevaluatie en na verdere vondsten van fossielen van dicynodonten op dezelfde locatie kwam men tot de conclusie dat het om fossielen van Dicynodon gaat[22]. Deze wijde verspreiding was een van de aanwijzingen voor het bestaan van de supercontinenten Pangea en Gondwana tijdens het Perm en Trias, evenals het fenomeen van de platentektoniek. Lystrosaurus wordt wel gebruikt als een biostratigrafische marker voor het eerste deel van het Trias, onder meer als naamgever van de Lystrosaurus Assemblage Zone in de Beaufortgroep, hoewel het geslacht ook in het Laat-Perm voorkwam.

Soorten

Lystrosaurus georgi

Er is een groot aantal soorten in het geslacht Lystrosaurus benoemd, waaronder alleen al drieëntwintig uit de Beaufortgroep. Tegenwoordig worden echter slechts drie soorten algemeen geaccepteerd: L. curvatus, L. mccagi en L. murrayi. Daarnaast worden ook L. declivis en L. georgi vaak genoemd in moderne literatuur. De soorten worden van elkaar onderscheiden door met name de bouw van de schedel.

L. curvatus en L. mccagi leefden op de vloedvlaktes van de Karoo direct voor de Perm-Trias-massa-extinctie. Analyse van de sedimenten wijst erop dat de Karoo aan het einde van het Laat-Perm erg droog werd.[23] L. mccagi overleefde de massa-extinctie niet in dit gebied, hoewel fossielen van deze soort wel bekend zijn uit het Trias van Antarctica. L. curvatus kwam ook in het Vroeg-Trias nog voor in Zuid-Afrika en tevens op Antarctica, maar werd al snel vervangen door L. murrayi en L. declivis. L. mccagi is de grootst bekende soort en ongeveer twee keer zo lang als de andere soorten. Wellicht had L. mccagi een andere ecologische niche dan L. curvatus en was het daardoor kwetsbaarder voor uitsterven. Een mogelijkheid is dat L. mccagi zich met name voedde met Glossopteris, een zaadvaren die uitstierf in de Perm-Trias-massa-extinctie, terwijl L. curvatus vooral paardenstaarten en Dicroidium-varens at, planten die zowel in het Laat-Perm als Vroeg-Trias voorkwamen.[24] Fossielen van L. murrayi zijn ook bekend uit Zambia, Antarctica en India. Fossielen van L. curvatus zijn tevens bekend uit het Laat-Perm van Zambia. L. georgi leefde tijdens het Vroeg-Trias in het huidige Rusland[18][25]. De Mongoolse vondsten zijn beschreven als Lystrosaurus hedini[26][27].

Lijst

  • L. amphibius
  • L. bothai
  • L. breyeri
  • L. broomi
  • L. curvatus
  • L. declivis
  • L. hedini
  • L. georgi
  • L. jeppei
  • L. jorisseni
  • L. latifrons
  • L. mccaigi
  • L. murrayi
  • L. oviceps
  • L. platyceps
  • L. primitivus
  • L. putterilli
  • L. rajurkari
  • L. robustus
  • L. rubidgei
  • L. theileri
  • L. wageri
  • L. wagneri
  • L. weidenreichi
  • L. youngi

Perm-Trias-massa-extinctie

De Perm-Trias-massa-extinctie van 251 miljoen jaar geleden, die plaatsvond over een geschatte tijdsspanne van zo'n 80.000 jaar, in enkele fasen, was de grootste massa-extinctie in de geschiedenis van de Aarde, waarbij negentig tot vijfennegentig procent van alle mariene soorten en zeventig procent van alle landbewonende soorten uitstierven. Lystrosaurus was een van de weinige geslachten van therapsiden die de Perm-Trias-massa-extinctie wist te overleven en het enige geslacht dat ook in het Vroeg-Trias algemeen bleef.[28] Het fossiele bestand suggereert dat in het Indien (251 - 249,7 miljoen jaar geleden) wereldwijd Lystrosaurus vijftig tot negentig procent van alle grote landdieren uitmaakte. De therocephaliërs Ictidosuchoides, Moschorhinus en Tetracynodon wisten ook te overleven, maar waren in het Vroeg-Trias veel minder algemeen dan in het Laat-Perm. Lystrosaurus was een van de grootste dieren van het Vroeg-Trias en had weinig vijanden. De meeste carnivoren uit de Lystrosaurus Assemblage Zone waren kleiner dan zestig centimeter en alleen Moschorhinus (honderdvijftig centimeter lang) en Proterosuchus (honderdvijftig tot driehonderd centimeter) zullen een gevaar zijn geweest voor volwassen individuen. Uiteindelijk werd Lystrosaurus in het Olenekien (249,7 - 245 miljoen jaar geleden) vervangen door de Kannemeyeriiformes.

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties

Noten en referenties

  1. Dinosaurus, Lystrosaurus- De dinosaurus die de massa uitsterving overleefde. Dinosaurus.nl (25 september 2017). Gearchiveerd op 5-12-2022. Geraadpleegd op 05-12-2022.
  2. (en) Lystrosaurus: The Most Humble Badass of the Triassic. Science (28 mei 2013). Geraadpleegd op 05-12-2022.
  3. Lystrosaurus. www.prehistoric-wildlife.com. Geraadpleegd op 05-12-2022.
  4. Fossilworks: Lystrosaurus. www.fossilworks.org. Geraadpleegd op 05-12-2022.
  5. The aquatic Lystrosaurus: a palaeontological myth. King GM. Historical Biology; 1990; Volume 4: pp. 285-321.
  6. The aquatic Lystrosaurus: an alternative lifestyle. King GM & Cluver MA. Historical Biology; 1990; Volume 4: pp. 323-341.
  7. Tetrapod burrows from the Triassic of Antarctica. Sidor CA, Miller MF & Isbell JL. Journal of Vertebrate Paleontology; 2008; 28: pp. 277-284.
  8. Lystrosaurus murrayi (Therapsida – Dicynodontia): bone histology, growth and lifestyle adaptations. Ray S, Chinsamy A & Bandyopadhyay S. Palaeontology; 2005; Volume 48; Part 6: pp. 1169-1185.
  9. De geïllustreerde encyclopedie van dinosauriërs en prehistorische dieren. D Palmer & B Cox. Second Edition; Könemann, 2000; p. 191.
  10. Vertebrate Palaeontology. MJ Benton. Third Edition; Blackwell Publishing, 2005; pp. 25-26, 137.
  11. Complete Guide to Prehistoric Life. T Haines & P Chambers. First Edition; BBC Books, 2005; p. 60.
  12. Sunshine.net: The therapsids of the Permian.
  13. Fossil Reptiles of the South African Karoo. (https://web.archive.org/web/20060212232053/http://www.museums.org.za/sam/resource/palaeo/cluver/first.htm)
  14. The dicynodont Lystrosaurus from the Upper Permian of Zambia: evolutionary and stratigraphical implications. King GM & Jenkins I. Palaeontology; 1997; Volume 40; Part 1: pp. 149-156.
  15. Lystrosaurus (Therapsida – Dicynodontia) from India: taxonomy, relative growth and cranial dimorphism. Ray S. Journal of Systematic Palaeontology; 22 June 2005; 3 (2): pp. 203-221.
  16. Gondwana vertebrate faunas of India. Bandyopadhyay S. Pinsa; May 1999; 65; Number 3: pp. 285-313.
  17. A survey of pterosaurs from the Jurassic and Cretaceous of the former Soviet Union and Mongolia. Bakhurina NN & Unwin DM. Historical Biology; October 1995; Volume 10: pp. 197-245.
  18. a b Lystrosaurus georgi, a dicynodont from the Lower Triassic of Russia. Surkov MV, Kalandadze NN & Benton MJ. Journal of Vertebrate Paleontology; June 2005; 25 (2): pp. 402-413.
  19. Paleoenvironment of the Triassic therapsid Lystrosaurus in the Central Transantarctic Mountains, Antarctica. Retallack GJ & Hammer WR. Antarctic Journal; 1996: Volume 31; Number 2: pp. 33-35.
  20. The last dicynodont: an Australian Cretaceous relict. Thulborn T & Turner S. Proceedings of the Royal Society London; May 2003; Volume 270; Number 1518: pp. 985-993.
  21. Early Triassic therapsid footprints from the Sydney Basin, Australia. Retallack GJ. Alcheringa Australasian Journal of Palaeontology; 1996; Volume 20; Issue 4: pp. 301-314.
  22. Late Permian dicynodont fauna from Laos. Battail B. Geological Society London Special Publications; 2009; Volume 315: pp. 33-40.
  23. Changing fluvial environments across the Permian-Triassic boundary in the Karoo Basin, South Africa and possible causes of tetrapod extinctions. Smith RMH. Palaeogeography, Palaeoclimatology, Palaeoecology; 1195; 117: pp. 81-104.
  24. Lystrosaurus species composition across the Permo-Triassic boundary in the Karoo Basin of South Africa. Botha J & Smith RMH. Lethaia; 2007; Volume 40: pp. 125-137.
  25. The Russian Dinosaur Exposition Index.
  26. Noyon Uul syncline, southern Mongolia: Lower Mesozoic sedimentary record of the tectonic amalgamation of Central Asia. Hendrix MS et al. Geological Society of America Bulletin; October 1996; Volume 108; Number 10: pp. 1256-1274.
  27. Triassic synorogenic sedimentation in southern Mongolia: Early effects of intracontinental deformation. Hendrix MS et al. GSA Memoirs; January 2001; Volume 194: pp. 389-412.
  28. The Permian-Triassic Transition: Think global, die local. Dykes T. Mesozoic Eucynodonts
  • Lystrosaurus in de Paleobiology Database